Ervaring VR vanuit de zorgverlener, hoe efficiënt en welke effecten zijn algemeen zichtbaar bij het inzetten van EldersVR – HZ University of Applied Sciences

Gereed juli 2024

Ondersteunt door de subsidieregeling Zeeland in Stroomversnelling van de Provincie Zeeland, is in juni een haalbaarheidsonderzoek naar de toepassing van EldersVR gestart. Op vier pilotlocaties wordt gedurende zes weken de VR-bril ingezet bij mensen in een laat stadium van dementie.

Het lectoraat ouderenzorg van de HZ University of Applied Sciences onderzoekt in drie onderzoeksfases het gebruiksgemak, de impact en de implementatiemogelijkheden van virtual reality bij deze doelgroep. De drie onderzoeksfases verlopen als volgt:

1) Behoefteonderzoek: door middel van groepsgesprekken worden de verwachtingen en behoeften van zorgmedewerkers opgehaald, zodat deze meegenomen konden worden in het verdere onderzoek. Daarnaast wordt de eerste reactie op de VR-bril na een eerste demo gepolst door middel van de TAM, een korte vragenlijst over de acceptatie van een nieuwe technologie.

2) Impactmeting: het effect van de toepassing van de VR-bril wordt gemeten door te kijken of er een verandering in gedrag (waaronder hallucinaties, agressie en dwalen) bij bewoners ervaren wordt door de zorgmedewerkers, door voor en na de pilotfase een vragenlijst in te vullen. Hierbij wordt ook de ervaren werkdruk van de medewerkers bevraagd. Daarnaast wordt het ervaren gebruiksgemak gedurende de testfase gemeten door een vragenlijst over de ervaren belasting bij het gebruik van de bril afgenomen een week na de start en een week voor het einde, om te kijken of verandering zichtbaar is.

3) Implementatieonderzoek: na afloop van de pilot van zes weken worden zorgmedewerkers die de EldersVR bril hebben gebruikt, gevraagd naar hun ervaringen. Hierbij wordt zowel het gebruiksgemak, de impact op de bewoners en de factoren belangrijk voor een succesvolle implementatie (barrières en kansen) bevraagd.

Op basis van deze drie onderdelen wordt een onderzoeksrapportage opgesteld met daarin de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen voor (verdere) implementatie. Deze rapportage wordt medio juni verwacht.